Naar Kennis
Acute diabetes problemen - Verkeerde insuline gespoten - Algemene adviezen
Verkeerde insuline gespoten, te veel en-/of dubbel gespoten
Datum
19 augustus 2020
Indicatie
Diabetes
Kennisbank
Protocollen en handleidingen
Algemene adviezen - verzamel de juiste gegevens
- NAW gegevens
- huidige verblijfplaats (voor evt. spoedvisite)
- is er al een bloedglucose bepaling gedaan (zo spoedig mogelijk)
- leeftijd
- diabetes mellitus Type 1 of Type 2
- huidig insulineregime
- huidig aantal EH per insulinesoort
- recente dagcurve bekend (“scherp” ingesteld of hoge bloedglucosewaarden)
- welke insulinesoort is er gespoten of dubbel gespoten (maaltijd gebonden of niet maaltijd gebonden insulinesoort)
- aantal EH dat er is gespoten
- tijdstip foute injectie
- waar is de insuline ingespoten (buik snellere resorptie dan been of bil)
- op welk tijdstip heeft de laatste maaltijd (koolhydraatintake) plaats gevonden
- heeft patiënt wel eens een hypo gehad (herkenning verschijnselen)
- voelt patiënt hypo’s aankomen
- is er glucagon in huis (niet verlopen)
- is er iemand in huis en in staat om zo nodig glucagon te spuiten
Let op randvoorwaarden
- patiënt is niet alleen en aanwezige persoon kan adequaat handelen
- patiënt antwoordt adequaat op de vragen
- er kunnen bloedglucosemetingen worden uitgevoerd
- er is voldoende zelfcontrole materiaal aanwezig
- er zijn voldoende “hypo oplossers” aanwezig (dextro’s, suikerklontjes, suikerhoudende ranja of frisdrank) of kunnen direct gehaald/gebracht worden
Wat nu direct:
- Overweeg spoedvisite en/of opname indien: patiënt alleen is, niet adequaat antwoordt, als er geen bloedglucose bepalingen kunnen worden uitgevoerd, geen “hypo oplossers “aanwezig zijn en ook niet kunnen worden gehaald
- denk goed na over het profiel van de insuline die gespoten is + aantal EH
- indien mogelijk direct bloedglucose bepaling: is uitgangswaarde vervolg beleid
- bloedglucose < 4 mmol/l hypoglycemie bevestigd: direct actie
- als een bloedglucosebepaling, om welke reden dan ook niet mogelijk is en er is een vermoeden op een hypoglycemie: handel als zodanig
- binnen 1-2 uur kans op hypoglycemie (na inspuiting van een kortwerkend humaan insuline, een snelwerkend analoog of een mix waarin deze bestanddelen zitten): direct koolhydraten innemen bv minimaal 2 boterhammen met zoet beleg
- Bij hypo en Type 1 met pomptherapie: direct insulinepomp uitzetten en overleg met internist
Vervolg beleid
Afhankelijk van het profiel van de gespoten insuline (piekwerking en werkingsduur, zie overzicht richtlijn per insulineprofiel) zal de frequentie van de bloedglucosebepalingen afgesproken moeten worden.
Tevens zal men rekening moeten houden met onderstaande zaken:
- het aantal EH dat er is gespoten: hoe hoger het aantal EH, hoe langer de werkingsduur en een wat “hogere” piek
- hoogte bloedglucose direct na verkeerde injectie: uitgangswaarde (hoe lager de uitgangswaarde, hoe frequenter er gecontroleerd zal moeten worden)
- activiteiten voorafgaand aan de verkeerde injectie (na lichamelijke inspanning dalen de bloedglucosewaarden meer)
- is er alcohol genuttigd (afgelopen uren)
- zit er een stijgende of dalende lijn in de bloedglucosebepalingen na de verkeerde injectie
- rekening houden met persoonlijke omstandigheden
- hypoglycemia unawareness
- Type 1: in het algemeen contact opnemen met 2e lijn
- bij twijfel, altijd extra bloedglucosebepalingen
- niet gaan slapen indien foute injectie heeft plaats gevonden voor het slapen gaan
- maak duidelijke afspraken over: intake koolhydraten, tijdstip metingen, frequentie, volgend contact moment, wanneer eerder contact opnemen
- check of gemaakte afspraken goed zijn begrepen
- indien mogelijk instructies geven aan omgeving: partner, ouder, collega’s …)
- waar en hoe patiënt evt. te bereiken
Oorzaak (en hoe te voorkomen)
- probeer altijd de oorzaak te achterhalen
- is dit al vaker gebeurd
- reik mogelijke hulpmiddelen uit om nogmaals vergissingen te voorkomen
- schakel zo nodig hulpverleners in (bv wijkverpleegkundige)
- pas zo nodig het beleid aan