Acute diabetes problemen - Wil niet eten maar moet insuline spuiten
Patiënt is niet ziek maar heeft geen trek en wil ook niet eten. Wat doe je dan?
Datum
19 augustus 2020
Indicatie
Diabetes
Kennisbank
Protocollen en handleidingen
De adviezen worden in dit geval volledig bepaald door het soort insuline:
Snelwerkend insuline-analoog (maaltijd gebonden) (Apidra, Humalog of Novorapid):
Niet eten is niet spuiten
Kortwerkende humane-insuline (maaltijd gebonden) (Actrapid, Humuline Regular, of Insuman Rapid):
Niet eten is niet spuiten
Analoge mix-insuline (maaltijd gebonden) (Humalog Mix, Novomix):
Dit is een maaltijdgebonden insuline en door de snelwerkende component in de mix bestaat er risico op een hypo indien men besluit te spuiten als iemand niet wil eten (zie piekwerking en werkingsduur van de snelwerkende insuline-analoog).
Om aan de basale insulinebehoefte te voldoen zou men kunnen besluiten om een lage dosis (30% van de gebruikelijke ) in te spuiten en daarbij dan toch iets proberen te eten, al is het maar een biscuit.
Natuurlijk is het een en ander afhankelijk van de hoogte van de bloedglucose. Daarom is het bepalen van de bloedglucose op zowel het moment van spuiten als in de uren daarna essentieel.
Bij een uitgangswaarde van ˂ 7 mmol/l is het verstandiger om niets te spuiten.
Indien de insuline bv bij de avondmaaltijd niet gespoten wordt, zullen de bloedglucosewaarden in de avond en de volgende ochtend wel hoger zijn. Maar een tijdelijke hyperglycemie geeft altijd minder klachten en risico dan een hypoglycemie.
Humane mix-insuline (maaltijd gebonden) (Humuline NPH 30/70, Insuman Comb):
Dit is een maaltijdgebonden insuline en door de kortwerkende component in de mix bestaat er een groot risico op een hypo indien men besluit te spuiten en niet te eten ( zie piekwerking en werkingsduur van de kortwerkende humane-insuline).
Om aan de basale insulinebehoefte te voldoen zou men kunnen besluiten om een lage dosis (30% van de gebruikelijke) in te spuiten en daarbij toch iets te eten, al is het maar een biscuit.
Natuurlijk is het een en ander afhankelijk van de hoogte van de bloedglucose; bij bloedglucose < 7 mmol/l echter niets spuiten. Als men besluit om toch een lage dosis te spuiten, dan is het bepalen van de bloedglucose op zowel het moment van spuiten als in de uren daarna essentieel.
Indien de insuline bv bij de avondmaaltijd niet gespoten wordt, zullen de bloedglucosewaarden in de avond en de volgende ochtend wel hoger zijn. Maar een tijdelijke hyperglycemie geeft altijd minder klachten en risico dan een hypoglycemie.